In het begin van het eerste leerjaar bekijkt de taaldocent, i.s.m. de taalcoördinator naar de spellingsvaardigheid van de leerlingen. Dyslexie wordt meestal al op de basisschool geconstateerd. Indien er vermoedens zijn van dyslexie maar er nog geen officiële verklaring is afgegeven, zal in overleg met de ouder(s)/verzorger(s), een dyslexietest worden aangevraagd. Hiervoor schakelen wij een extern schoolpsychologisch adviesbureau in die deze test op school komt afnemen. De kosten hiervan zijn voor rekening van de ouder(s)/verzorger(s). Leerlingen waarbij met een test is vastgesteld dat zij een vorm van dyslexie hebben, krijgen een zogenaamde dyslexieverklaring. Onze zorgcoördinator bespreekt met deze leerlingen welke problemen zij ondervinden door hun dyslexieprobleem. Die zijn immers niet voor alle leerlingen hetzelfde. Per leerling bepalen wij wat nodig is voor een beter functioneren van de leerling. De leerlingen krijgen een dyslexiepas, waarop aangekruist is, welke afspraken er zijn gemaakt. Halverwege het jaar zal met iedere leerling bekeken worden of dit goed gewerkt heeft en desgewenst bijgesteld worden. Het pasje zorgt ervoor dat de leerling en de leerkracht afspraken kunnen maken over toetsen en werk. De leerling mag eventueel met dit pasje aantekeningen kopiëren, toetsen vergroten of indien nodig extra tijd krijgen voor toetsen. Sommige leerlingen krijgen geen voorleesbeurten meer en de leraar rekent de spelling niet of minder zwaar mee. Met deze individuele aanpak hopen we de leerlingen beter te kunnen begeleiden. Uiteraard krijgen dyslectische leerlingen met hun examen extra faciliteiten.
Kijk ook op: dyslexie.nl