Binnen de school geldt een gedragscode welke inhoudt dat leerlingen en personeel zich dienen te onthouden van racistische uitingen, agressief gedrag en seksueel getinte opmerkingen, handelingen en vragen die ongewenst, kwetsend of discriminerend van aard zijn.
Uitgangspunt klachtenregeling:
· Deze regeling beoogt te bewerkstelligen dat eventuele klachten zoveel mogelijk worden opgelost door de school waarbij zij zijn ontstaan. In deze regeling is dat MY college.
· Deze regeling vervangt niet een andere voorziening die op grond van een wettelijke
regeling voor de klager openstaat of heeft openstaan.
Artikel l Begrippen
De regeling verstaat onder:
1.1. klacht: een klacht over gedragingen, beslissingen of uitlatingen dan wel het
nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen, binnen of in
samenhang met de onderwijssituatie, o.a. tot uiting komend in zowel
opzettelijk als onopzettelijk - verbaal, fysiek en/of ander non-verbaal gedrag, dat tot gevolg heeft dat
-een onaangename, bedreigende of vijandige werk- of studie-omgeving
wordt gecreëerd; en/of
-een verstoring van de arbeids- of studieprestatie optreedt voor degene die
het gedrag ondergaat; en/of
-degene die het gedrag ondergaat wordt verhinderd of benadeeld in het
volledige en gelijke genot van arbeids- en onderwijsvoorzieningen,
voordelen of mogelijkheden; en/of
-het volledige en gelijke genot van arbeids- of onderwijsvoorzieningen van
voorwaarden afhankelijk wordt gesteld;
1.2. klager: een ieder die deel uitmaakt van MY college, waaronder een
leerling, de ouders/verzorgers van een minderjarige leerling, een stagiaire, het onderwijsgevend personeel en/of het onderwijs ondersteunend personeel, een lid van de directie, een persoon die werkzaamheden verricht voor de school, die meent te zijn geconfronteerd met racistische uitlatingen, agressief gedrag en/of ongewenste intimiteiten en een klacht hierover heeft ingediend bij de vertrouwenspersoon, klachtencommissie, schoolleiding of het bevoegd gezag.
1.3. aangeklaagde: de natuurlijke persoon die deel uit maakt van MY college of
werkzaamheden verricht voor de school, tegen wie een klacht is ingediend.
1.4. vertrouwenspersoon: aangestelde persoon die als eerste aanspreekpunt
(contactpersoon) functioneert bij vermoedens van of klachten van de
onder artikel 1.1. genoemde zaken.
Artikel 2 Het indienen van een klacht
2.1. Een klacht kan worden ingediend bij:
· de vertrouwenspersoon
· de klachtencommissie (nog samen te stellen)
· de schoolleiding
· het bevoegd gezag
2.2. Het indienen van een klacht kan zowel schriftelijk als mondeling gebeuren. Van de klacht wordt een proces-verbaal opgemaakt. De klager en ontvanger van de klacht ondertekenen het proces-verbaal. De klacht bevat ten minste:
· naam en adres van de klager,
· dagtekening en
· omschrijving van de klacht.
2.3. Een klacht die is ingediend bij de schoolleiding, de klachtencommissie of het bevoegd gezag wordt ter behandeling doorgezonden naar de vertrouwenspersoon.
2.4. De klager ontvangt van iedere actie van de ontvanger binnen zeven dagen een schriftelijke verklaring waarin de actie wordt omschreven en gemotiveerd.
Artikel 3 Vertrouwenspersoon
3.1. De vertrouwenspersoon functioneert als eerste aanspreekpunt (contactpersoon) bij vermoedens van of klachten zoals deze onder artikel 1.1. zijn genoemd.
3.2. De vertrouwenspersoon is voor de uitvoering van zijn taken uitsluitend verantwoording schuldig aan het bevoegd gezag.
3.3. De vertrouwenspersoon adviseert, verzorgt de informatiebegeleiding, zorgt voor klachtondersteuning en signaleert.
3.4. De vertrouwenspersoon tracht door bemiddeling tot een oplossing van de gesignaleerde problemen te komen.
3.5. De vertrouwenspersoon kan de klager eventueel naar andere instanties voor opvang en nazorg verwijzen.
3.6. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in zijn hoedanigheid van vertrouwenspersoon verneemt. De plicht tot geheimhouding geldt niet ten aanzien van de klachtencommissie en het bevoegd gezag, indien bij deze organen een klacht is ingediend.
3.7. De schoolleiding en het bevoegd gezag ondersteunen de functie van vertrouwens-persoon en verlenen desgevraagd medewerking.
Artikel 4 Werkwijze vertrouwenspersoon
4.1. De vertrouwenspersoon bepaalt zijn werkwijze.
4.2. De vertrouwenspersoon is bevoegd informatie in te winnen bij de klager, de aangeklaagde, evenals getuigen en anderen, voor zover de uitvoering van zijn taken daartoe noodzaakt.
4.3. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die in zijn hoedanigheid van vertrouwenspersoon verneemt. De plicht tot geheimhouding geldt niet ten aanzien van de klachtencommissie en het bevoegd gezag, indien bij deze organen een klacht is ingediend.
4.4. De vertrouwenspersoon houdt van de door hem behandelde klachten een archief bij, dat als vertrouwelijk wordt behandeld. Na afhandeling van de klacht wordt het archief nog driejaar bewaard, waarna het zal worden vernietigd.
Artikel 5 Klachtenprocedure vertrouwenspersoon
5.1. De vertrouwenspersoon stelt de klager en de aangeklaagde in de gelegenheid binnen veertien dagen te worden gehoord. Leerlingen kunnen ook worden gehoord tenzij bijzondere omstandigheden -gelegen in het persoonlijke vlak- zich daartegen verzetten.
5.2. Van het horen bedoeld in het eerste lid stelt de vertrouwenspersoon een verslag op dat door gehoorde en de vertrouwenspersoon wordt ondertekend. Het verslag van het horen van een minderjarige leerling wordt door ouders, voogden of verzorgers getekend als zij bij het horen aanwezig zijn geweest. Indien dat niet het geval is, tekent de minderjarige zelf.
5.3. Indien de klacht door de vertrouwenspersoon niet na het horen van tenminste de klager en de aangeklaagde kan worden afgehandeld, verwijst hij de klager naar de klachtencommissie of andere instantie.
5.4. De vertrouwenspersoon geeft de klager in overweging om al naar gelang de ernst van de zaak:
a. geen klacht in te dienen;
b. de klacht in te dienen bij de schoolleiding;
c. de klacht in te dienen bij de klachtencommissie;
d. de klacht in de dienen bij het dagelijks bestuur van het bevoegd gezag.
De klager kan tijdens de procedure bij de vertrouwenspersoon op ieder moment de klacht in trekken door dit schriftelijk of mondeling aan de vertrouwenspersoon mede te delen. Van een mondelinge mededeling wordt een proces-verbaal opgemaakt dat wordt ondertekend. De commissie kan besluiten of de procedure al dan niet wordt voortgezet.
5.5. De klacht kan als niet-ontvankelijk worden verklaart als niet is voldaan aan artikel 2 lid 2. Indien de klacht niet-ontvankelijk wordt verklaard wordt dit aan de klager, de aangeklaagde, het bevoegd gezag en de directeur gemeld.
5.6. De klager ontvangt van alle verslagen binnen zeven dagen een afschrift.
5.7. De vertrouwenspersoon neemt ter bescherming van de belangen van alle direct betrokkenen de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de behandeling van een klacht.
5.8. Ten aanzien van de geheimhouding geldt dat ook aan betrokken ouders en leerlingen vooraf gevraagd moet worden zich te verbinden om deze geheimhouding in acht te nemen.
Artikel 6 Klachtencommissie
6.1. De klachtencommissie is belast met het onderzoek van ingediende klachten en rapporteert hieromtrent aan het bevoegd gezag.
6.2. De klachtencommissie is bevoegd tot het gevraagd en ongevraagd adviseren van het bevoegd gezag over eventueel te nemen maatregelen.
6.3. De klachtencommissie bestaat uit 3 leden en 3 plaatsvervangende leden.
6.4. De klachtencommissie vervult haar taken rekening houdend met de grondslagen en de doelstelling van MY college.
6.5. De vertrouwenspersoon, onderwijsgevend en onderwijs ondersteunend personeel, stagiaires, directieleden, leerlingen/ ouders of verzorgers en scholen van het bevoegd gezag zijn uitgesloten van zitting in de klachtencommissie.
6.6. De leden van de klachtencommissie worden benoemd voor een periode van vier jaar en zijn terstond herbenoembaar.
Artikel 7 Klachtenprocedure
7.1. Het bepaalde in artikel 5 is van overeenkomstige toepassing op de klachtenprocedure bij de klachtencommissie.
7.2. Van haar bevindingen brengt de klachtencommissie schriftelijk verslag uit en een gemotiveerd oordeel over de klacht aan het bevoegd gezag, uiterlijk 3 weken nadat het onderzoek is afgesloten.
7.3. Indien de klachtencommissie de klacht gegrond acht, brengt zij in het rapport tevens advies uit omtrent de te treffen maatregelen die in eerste instantie gericht zijn op het voorkomen c.q. beëindigen van herhaling van de klacht door de aangeklaagde.
7.4. De klachtencommissie stelt ter nadere regeling van haar werkzaamheden een huishoudelijk reglement vast.
7.5. De commissie neemt, ter bescherming van de belangen van alle direct betrokkenen, de grootst mogelijk zorgvuldigheid in acht bij de behandeling van een klacht.
Artikel 8 Besluitvorming bevoegd gezag
8.1. Alvorens tot besluitvorming over te gaan, stelt het bevoegd gezag de klager en aanklager op de hoogte van de conclusies van de klachtencommissie.
8.2. Het besluit van het bevoegd gezag is met redenen omkleed en wordt terstond schriftelijk medegedeeld aan de klager, de aangeklaagde en de klachtencommissie.
8.3. Het bevoegd gezag houdt een termijn van 4 weken aan na ontvangst van het rapport van de klachtencommissie, om tot een gemotiveerd besluit te komen.
8.4. Indien een klacht door het bevoegd gezag ongegrond wordt verklaard kan het bevoegd gezag op verzoek van en in overleg met de aangeklaagde in een passende rehabilitatie voorzien, zo nodig na advies van de klachtencommissie.
Artikel 9 Overige bepalingen
9.1. In gevallen waarin deze procedure niet voorziet beslist het bevoegd gezag.
Artikel 10 Evaluatie
10.1. Deze regeling wordt uiterlijk vijfjaar na inwerkingtreding en vervolgens iedere vijf jaar geëvalueerd door het bevoegd gezag, de vertrouwenspersoon, de klachtencommissie en de medezeggenschapsraad.
Artikel 11 Inzage
11.1. Een exemplaar van deze regeling wordt aan ieder personeelslid van MY college en aan de medezeggenschapsraad uitgereikt.
11.2. De schoolleiding draagt er zorg voor dat een exemplaar van deze regeling in de school op een voor alle belanghebbenden toegankelijke plaats ter inzage ligt. Een mededeling hierover wordt opgenomen in de schoolgids.
Artikel 12 Citeertitel
12.1. Deze regeling kan worden aangehaald als "Klachtenregeling MY college"
Artikel 13 Inwerkingtreding
13.1. Deze regeling is vastgesteld op l juli 1998.
De besturen van scholen voor voortgezet onderwijs worden via onderwijswetgeving verplicht aangifte te doen, wanneer er sprake is van het vermoeden van een strafbaar feit. Gekoppeld hieraan is de meldingsplicht bij de onderwijsinspectie (vertrouwensinspecteur). Door deze maatregel is het personeel verplicht het bevoegd gezag te informeren.
Voor het opstellen van deze klachtenprocedure is gebruik gemaakt van de "klachtenregeling openbaar onderwijs" van de gemeente Rotterdam , van de model-klachtenregeling "ongewenste intimiteiten" van de GGD Zuidhollandse Eilanden, van CAO artikel E6.1. tot en met E6.4., de ARBO-regeling, de P&O-nieuwsbrieven en modelklachtenregeling (PO/VO VOS 1998)
status: in werking per 01-07-1998